Ze zijn er weer! Met hangende pootjes haasten ze zich over het water van de Dijle, over het dijkpad en de velden ernaast. Zwart, niet klein en niet groot, niet zoemend en amper brommend, verstoren ze toch de wandeling: ze zwenken bruusk, net als spreeuwen, en botsen daarbij, in tegenstelling tot spreeuwen, onbeheerst overal tegenaan, tegen mijn voorhoofd, mijn zonnebril, mijn mond. Geconcentreerd door mijn neus ademend wandel ik het uur vol, met opeengeklemde lippen om toch maar niets binnen te krijgen dat ik niet in mijn lijf wil.
De rouwvlieg of maartse vlieg, zegt Wikipedia, is een tijdelijk verschijnsel.
Tijdelijk is iets dat weer verdwijnt, hoe sneller hoe beter, en met hangende pootjes graag.