Brief aan Karel

'Brief aan Karel' verscheen in januari 2023 in het luchtvaarttijdschrift HORIZON, jaargang 1, nummer 1.
Als geen ander is Karel Vervoort, generaal-majoor op rust, bekend met WOI. Dit is een eerbetoon aan een piloot in hart en nieren.

Beste Karel, jij bent een man van vele verhalen, je strijdt op meerdere fronten, bent van alle markten thuis. Verhalen vertellen kun je als geen ander, verhalen over de oorlog, over de eerste en de tweede, én over de huidige. Je bent er goed in, meer dan goed. Met kennis van zaken en een scherp oog kader je de geschiedenis, duid je het grote geheel, duid je ook de details.

Hebben de mensen van nu die duiding nodig, moeten ze blijven luisteren naar die verhalen? Ja, dat moeten ze. Nu eens te meer blijkt dat sommigen het nog niet hebben begrepen, dat sommigen, van uit een jarenlang sluimerend gevoel van ongenoegen en frustratie willen nemen wat niet van hen is, moeten de verhalen levend blijven.

Beste Karel, jij vertelde ons wat we al wel en nog niet wisten over de Grote Oorlog. We zaten aan de lessenaars in de vliegclub van Koksijde en als voorbereiding op het moment waarop je ons mee zou nemen om van bovenaf Flanders Fields te bekijken, luisterden we naar jou en keken we naar de foto’s en de kaarten die je ons toonde.

Je zoomde uit en praatte over het waarom, over het begin en het einde van de Grote Oorlog. We stonden stil bij de foto van negen Europese monarchen die voor het laatst in vol ornaat samen poseerden. Na de oorlog zouden velen van hen hun troon verliezen. Je zoomde ook in en verraste ons met het verhaal over de man zonder vrees, wiens erf op een bom is gebouwd, op een niet tot ontploffing gebrachte mijn, en met het verhaal over het jonge Duitse koppel, de man en de vrouw die de oorlog overleefden en trouwden om niet lang daarna te sterven aan het virus dat mensen die vier jaar dood en vernieling hadden overleefd, met nog meer dood, nog meer ellende trof. Kunnen wij ons daar nog iets bij voorstellen? Na het verhaal van het Duitse koppel konden we dat. Ze stierven nog voor hun leven echt was begonnen en liggen, ver van huis maar samen, in een Belgisch graf begraven.

Meer dan een uur luisterden we naar jou, Karel en toen je ons een fractie van de kennis in jouw hoofd had getoond, maakten we ons klaar voor de vlucht over Flanders Fields. Twee van ons, we waren met drie, voorzagen een moment van ongemak, niet wetend hoe zacht en comfortabel het vliegtuig, de Robin OO-ODK (1), de wit met rode elegante, spiksplinternieuwe vierzitter, is uitgerust.

Voor we opstegen had je ons gevraagd of we mee uit het raam wilden kijken en alles wilden melden wat een veilige vlucht in de weg zou kunnen staan. Stel je voor, ondanks de enorme vooruitgang tussen pakweg 1930 en nu is in de luchtvaart het eerste gebod van de vliegenier nog altijd hetzelfde: kijk uit het raam!

Dat deden we, we keken naar het landschap dat vlak, zacht glooiend of in 45° linksom of rechtsom onder ons voorbijtrok. Een landschap waarvan we nooit hadden gedacht dat het nog bestaat in België, frisgroen afgewisseld met diepbruin en wars van lintbebouwing, wat een verademing.

Een landschap dat ook zwaar is getekend door de oorlog, waar loopgraven als littekens in het land zijn gekrast, waar kraters, door mijnen geslagen, zich mettertijd vulden met water en vijvers werden, al dan niet omzoomd met bomen, zoals de Pool of Peace, een vredevolle rustplek om het geweld te herdenken.

We vlogen over de vele kerkhoven, grote en kleine. Het waren er zoveel meer dan wij wisten. De grotere droegen namen als Lijssenthoek, Tyne Cot of Studentenfriedhof. Over de intercom vroegen we ons af waarom een van de kerkhoven, de laatste rustplaats van meer dan 1800 Belgische soldaten in het Houthulstbos, in de vorm van een davidster is aangelegd. Het bleef een onbeantwoorde vraag.

Beste Karel, we waren onder de indruk van wat we zagen. Hoe zou het ook anders kunnen?

Tijd om er langer bij stil te staan, was er niet, want we vlogen weer verder. Over Ieper met zijn Menenpoort waarbij in onze hoofden de herinnering opdook aan de foto’s die je ons toonde van de stad, vlak voor en vlak na de oorlog. Meer dan honderd jaar later zien we diezelfde verwoesting op tv, in elk nieuwsitem over Oekraïne.

Je nam ons mee naar Zonnebeke, naar het kruis en het veld van de Christmas Truce en naar Poelkapelle, naar het bijzondere gedenkmonument voor de Franse vliegenier Georges Guynemer (2). Zijn naam zal niet worden vergeten.

Toen werd het tijd om terug te keren. Maar niet voor we de Ganzepoot hadden gezien, het sluizencomplex van waaruit de IJzervlakte onder water werd gezet zodat aan de Duitse oprukkende troepen een halt werd toegeroepen, met daarachter de zee, de zee! De weidsheid van het water, het strand van Oostduinkerke en de duinen van Koksijde.

Het einde van onze vliegtocht kwam écht in zicht, want ginds in de verte lag RWY 29.

Of nee, we namen toch beter de andere, was het RWY 20, de baan die jullie met vereende krachten proper hadden gemaakt? Welke baan het ook was, de landing was zacht, Karel, en als applausjes geven niet uit de tijd was geweest, hadden we het zeker gedaan, want dat had je verdiend, dubbel en dik.

Beste Karel, we geven je dat applausje alsnog, in de vorm van dit verhaal, verslag of hoe je het ook noemen wilt en we danken je voor de verhalen, voor de vlucht en voor de bevlogenheid.

Dank!