In Ghana kun je begraven worden in een boek. In een fantasy coffin, een unieke doodskist op maat. Vijfentwintig jaar geleden, toen we in Ghana woonden, zagen mijn man en ik op onze wekelijkse tocht naar de stad geregeld een selectie kisten te koop staan langs de kant van de weg. Voor elk wat wils.
Was je bij leven een visser, dan werd je begraven in een vis. Als taxichauffeur kreeg je een wagen en devote kerkgangers bestelden The Holy Bible.
Voor mij wordt het een boek, dacht ik in die dagen. Dat denk ik nog steeds, de vorm ligt vast. Maar wat doe ik met de inhoud, hoe beslis ik welk verhaal de binnenkant van de kist mag verfraaien, welk verhaal ik wil koesteren tot ver na de dood?
Kies ik het boek dat ik het laatst cadeau gaf: Vaderland van Fernando Aramburu? Ik schonk het aan mijn broer en het was een schot in de roos.
Of kies ik het boek dat ik het vaakst cadeau gaf, de fraaiste novelle ooit: Zijde van Alessandro Baricco?
Terwijl ik me de geschiedenis van Hervé Joncour, koper en verkoper van zijderupsen voor de geest haal, weet ik het zeker: Zijde gaat mee in de kist. De woorden van Zijde kan ik zelfs met mijn ogen dicht voor me zien, deze woorden:
“Af en toe, op winderige dagen, liep hij omlaag naar het meer en bleef er urenlang naar kijken, omdat hij het idee had dat hij, op het water getekend, het onverklaarbare en lichte schouwspel zag dat zijn leven was geweest.”