Op 7 november 2001 landde de laatste Sabenavlucht op de luchthaven van Zaventem. Hij kwam uit Cotonou en werd verwelkomd met een eresaluut van de brandweer.
Zo had het niet mogen eindigen, dacht ik terwijl ik naar de beelden op tv keek.
Ooit waren Société anonyme Belge d’exploitation de la navigation aérienne de eerste Franse woorden die ik uit het hoofd kon opzeggen. Sabena. Vlaamser kon een Franse naam niet klinken. In de naam zat een evenwicht. In de rekeningen kennelijk niet.
Na 2001 kwam er een opvolger met een nieuwe naam die zo snel werd vervangen dat niemand moeite deed eraan te wennen. De naam die daarna volgde werd een blijver: Brussels Airlines. Het is een naam waarin de geschiedenis van de beginjaren, de pioniersjaren van de luchtvaart niet doorklinkt. Ze zijn herleid tot een reportage op tv, en tot een stand in een hoekje van de Luchtvaarthal in het Koninklijk Legermuseum in Brussel waar de oude toestellen stof staan te vergaren, een plek waar de emmers klaarstaan voor als het regent. Tiktak. Twintig jaar later kijk ik naar wat overblijft. Een herinnering.