Venters

Eén keer per week komen in Kabrousse de venters langs met hun koopwaar: René Poulet, Malang Crevettes, Fatou Confiture en Bambi Passion. René en Malang komen met de fiets en hun kippen en gamba’s zitten in een frigobox op de bagagedrager. Fatou en Bambi komen te voet en alles wat zij verkopen, dragen ze op hun hoofd. Fatou gebruikt een emmer waarin de potten confituur doordacht zijn gestapeld. Hemelse smaken van papaja, mango, banaan of bissap, die af en toe aan het gisten gaan door een teveel aan zonuren. Dan geeft Fatou een nieuwe pot, het risico is ingecalculeerd. Bambi heeft een grote mond met een gouden tand en zij verkoopt, wat dacht u, passievruchten. Ook kleine banaantjes en koek van pindanoten, het meer verleidelijke assortiment.

Vandaag, terwijl ik door de straten van Tremelo loop op deze klamme dag voor kerst denk ik aan hen, sakkerend op mijn veel te zware rugzak vol boodschappen. Een ferme kool, een kilo appelen – ook na de feesten moet een mens nog eten – een doos pralines en enkele kerstcadeaus van meer dan 400 pagina’s. Een paar kilometer verderop staat mijn rode Megane levenloos op onze oprit. Na zestien jaar heeft hij het opgegeven en zelfs met de strafste startkabels geeft hij geen kik, geen kuch, geen pruttel. Een fiets heb ik niet, maar op stevige wandelbenen geraakt ge overal. Dacht ik altijd. Hopelijk ook thuis, op tijd voor de kerstkalkoen.