Aan het dorpsplein waar de pinten op het trottoir worden geschonken en gedronken, waar de kermis samen met Maria elk jaar ten hemel vaart, waar de zwaluwnesten aan de dakoversteken hangen, ben ik neergestreken. Aan het dorpsplein waar een goeiendag zuinig klinkt en een groet niet meer is dan een hint, een knikje van het hoofd en het vluchtig samenknijpen van de lippen, heb ik de eerste zomer gevierd. Een warme zomer, een lichte zomer. Links boven de velden kwam de zon op en rechts achter de kerk ging ze onder. De lange, mooie dagen maakten het wandelen heerlijk, het werken prettig en het wennen makkelijk.Samen met de zwaluwen richtte ik mijn huis in. In hun komvormige bouwsels van modder uit de rivier, speeksel en stro gedijde het leven. Ook de prefabnesten, opgehangen door de mensen van het plein, waren in trek. Meer dan dertig nesten werden dit jaar bewoond, […]