3 mei 2020
In de jaren stillekes, toen er nog moemoes en vava’s waren, stonden de weiden vol paardenbloemen en klavers. Vava’s maaiden ze met de zeis, moemoes sikkelden erachteraan en kinderen en konijnen keken toe. Mijn vava kende er wat van, van maaien. Op zijn houten klompen stond hij middenin het groen en zwaaide zijn zeis met een snelle haal naar links en een snelle haal naar rechts. Gras en onkruid vielen eensgezind aan zijn voeten. Hij was een buitenmens, een wandelaar, net als ik. Amper 62 was hij toen hij stierf. Tien jaar ouder dan ik nu ben. Tien jaar? Hop, rap die schoenen aan. Wandelen en kijken naar al het paars, geel, wit, blauw en groen van de lente.